Kleine parelmoervlinder
Op een van de laatste mooie herfstdagen maakte ik een fietstochtje bij Vorden. Er vlogen op luwe plekken nog heel wat vlinders rond. Atalanta’s op weg naar Noord-Afrika, die nog even bijtanken op de laatste bloeiende bloemen. De volgende generatie vliegt dan volgend voorjaar weer Europa in. Dagpauwogen zag ik ook nog veel, maar die hebben het wat makkelijker dan de Atalanta’s. Zodra het koud of nat wordt kruipen ze weg in schuurtjes en houthokken. Wanneer de zon schijnt en de temperatuur flink over de tien graden komt, vliegen ze ook zo nog maar even wat rond.
In de tuinen zijn Herfstasters populair, net als de laatste bloeiende Vlinderstruiken of Verbena. Daarbuiten moeten ze het vooral hebben van Klimop. Voor heel veel insecten de belangrijkste voedselbron vóór de winter.
Op een graanakker van Natuurmonumenten op Hackfort werd ik blij verrast met een andere soort: de Kleine parelmoervlinder. Deze soort was bijna verdwenen uit de Achterhoek, maar onder invloed van de droge warme zomers is de soort bezig aan een aardige comeback. Wat ook erg meehelpt is het toenemend aantal natuurakkers. Daar krijgen de akkerkruiden meer ruimte waaronder het Akkerviooltje, waar de rupsen van de Kleine parelmoervlinder op leven. Overigens zijn alle soorten viooltjes waardplant voor dit mooie vlindertje. Zelfs de viooltjes in de tuin kunnen meehelpen bij het voortbestaan van de soort.
Geluksmomentje…
